
Leenwoorden en anglicismen:
big deal of non-issue?
Leenwoorden en anglicismen zijn basically alle random Engelse woorden die je in een zin dropt. Fun fact: ze komen veel voor in spreektaal. Maar ook veel geschreven taal heeft tegenwoordig een (Amerikaans-)Engels tintje.
Taal verandert voortdurend. Films en andere media stellen ons meer dan ooit bloot aan de Engelse taal. Wie zich beklaagt over al die geïmporteerde Engelse uitdrukkingen, wordt al snel een taalpurist genoemd. Toch mag je als ondernemer, maker of student best kritisch zijn over al dat Engels in je teksten.
First things first
Leenwoorden zijn woorden die we hebben overgenomen uit andere talen. Het gebruik ervan is algemeen geaccepteerd. Veel van onze leenwoorden komen uit het Engels. Bijvoorbeeld ‘computer’, ‘baby’ en ‘training’. Anglicismen zijn Engelse woorden, uitdrukkingen en zinsconstructies die (nog) niet algemeen geaccepteerd zijn. Vaak gaat het om vrij letterlijke (of luie) vertalingen. Bijvoorbeeld:
- ‘Vloer’ in plaats van ‘verdieping’ (floor)
- ‘Iets adresseren’ in plaats van ‘iets aankaarten of benoemen’ (to address)
- ‘Geld maken’ in plaats van ‘geld verdienen’ (to make money)
Buitenlandse woorden en uitdrukkingen kunnen het Nederlands verrijken. Waar zouden we zijn zonder föhn, paraplu of poncho? Het wordt echter een probleem wanneer de invloed van andere talen ervoor zorgt dat we Nederlandse woorden verkeerd gaan schrijven. Bijvoorbeeld e-mails (elektronische post) die email (glazuurlaag) worden.
“Soms dekt een Engels woord
de lading net iets beter.”
Moderation is key
Soms dekt een Engels woord de lading net iets beter en soms is er echt een betekenisverschil. Als je zegt dat je een game speelt, begrijpt iedereen dat je geen ganzenbord doet. Ga je shoppen, dan verwacht niemand dat je met de boodschappen thuiskomt. Save je iets, dan sla je een bestand op de computer op, niet een pallet isoleringsmateriaal in een magazijn.
In het bedrijfsleven verdringen Engelse woorden juist veel bestaande Nederlandse woorden. Je hebt geen vergaderingen meer, maar meetings. Je belt niet meer met klanten, maar hebt een call met hen. Je streeft geen doelen meer na, maar targets. Is dat hip? Misschien. Is het efficiënt? Soms. Is het echt nodig? Nope!
Te veel leenwoorden en anglicismen maken je teksten ontoegankelijk. Daarmee loop je het risico dat niet iedereen zal begrijpen wat je probeert te zeggen. Dat kan je klanten, bezoekers of punten kosten en onnodige vragen en verwarring opleveren. Wees dus kritisch op je Engelse woorden als je een breed publiek probeert te bereiken.
Last but not least
Als Redigeermeneer ontkom ik er zelf ook niet aan de invloed van het Engels. Teksten schrijven is een deel van wat ik doe. Maar ik noem mezelf copywriter in plaats van tekstschrijver. Niet omdat ik dat beter vind klinken, maar omdat ik zo beter vindbaar ben in zoekmachines. Met teksten werken is nu eenmaal een kwestie van keuzes maken.
Wat we nu twijfelachtig of helemaal fout vinden, kan door veelvuldig gebruik steeds meer geaccepteerd raken. Een big deal kan na verloop van tijd dus een non-issue worden. Toch geef ik waar mogelijk de voorkeur aan gangbare Nederlandse woorden. Zo houd ik je teksten toegankelijk en begrijpelijk voor een zo breed mogelijk publiek.
Oscar van Heiningen
Redigeermeneer